We reizen
verder naar het Noorden van Laos, dat bekend staat om zijn prachtige bergen en
de vele etnische minderheden die in dit berggebied wonen.
Het idee
om met de boot, via Pakbeng, naar het Noorden te reizen laten we varen. Het is
te duur en we zijn minstens twee dagen onderweg. We kiezen voor de kortste weg,
een busrit van 7uur in, door en over de bergen. Onze
eerste stop is Luang Nam Tha, gelegen op een hoogvlakte, omgeven door bergen
waardoor de kronkelende rivier, de NamTha, passeert. We gaan niet in op het enorme aanbod in het
stadje aan trekkings, daguitstappen,…we willen de omgeving op eigen houtje
ontdekken. We laten onze mountenbikes staan bij de ingang van het Hmongdorp Had
Yao en wandelen door het dorp. Onze aandacht wordt gewekt door veel
bedrijvigheid in het steegje. De dorpsbewoners maken
ons duidelijk dat hier
straks een Hmong-trouwfeest begint. We zijn van de partij ! Even later komen de
2 Hmong-bruiden en 2 Hmong-bruidegommen aan
en gaan een hut binnen. Ze nodigen ons uit. We zijn getuige van een
traditionele trouwceremonie, waarbij de vaders de huwelijksvoorwaarden met
elkaar bespreken. In een kring van stoelen
zitten de 4 vaders en een oude
man, de chief van het dorp. De oude man neemt het woord en er wordt overlegd.
De 4 mannen bieden elkaar meerdere malen een glas aan en er wordt geproost.
Dronken zullen ze er niet van worden, want ze drinken enkel liters cola. Met
veel boertjes laten als gevolg…
Daarna
zingt de oudste een lang ceremonieel lied, waarbij de anderen soms meezingen en
met hun handen gebaren maken. Een indrukwekkend ritueel!
Na enkele
uren hebben we het toch gehad en fietsen door naar Lao Houei, waar de Lanten
wonen. Al van ver
zien we hun bekende zwarte katoenen doeken wapperen aan de
wasdraad. De Lanten kwamen lang geleden uit China, ze gebruiken nog steeds
Chinese letters. De vrouwen zijn hier heel traditioneel gekleed, vooral hun
fijne haartooi en hun lange zwarte jassen met touwtjes vallen op. We wandelen
door het dorp en zien een vrouwtje bamboepapier maken, nog een andere
specialiteit van het dorp. De volgende dag rijden we met een brommertje naar
enkele verder afgelegen dorpen met etnische minderheden, waaronder de Akha’s, de
Tai Dam en de Tai Lue, allemaal heel arme dorpen. Op
de terugweg stoppen we nog even in het Hmongdorp Had Yao. Er is opnieuw een
trouwfeest, maar nu in Lao-stijl. Alle mensen van het dorp zijn uitgenodigd.
Het heeft veel weg van een trouwfeest bij ons. De genodigden feliciteren eerst het trouwkoppel en krijgen dan een shot
wisky aangeboden om in één
keer uit te drinken. Daarna wordt er gegeten,
gedronken en tot laat in de nacht gedanst. De mensen hebben weinig werk op hun
akkers en dit is het seizoen bij uitstek om te trouwen. We blijven maar even en
rijden terug naar ons guesthouse, waar we onze rugzakken klaarmaken om door te
reizen naar Muang Sing. Dit dorp, op 10km van de Chinese grens, ligt eveneens in een grote vlakte omgeven door bergen. Alles
voelt hier heel erg Chinees aan. We laten alles over ons heen komen.
Akha-vrouwen bieden ons openlijk opium aan, wat we natuurlijk weigeren. Bij het
lokale tribelmuseum zijn ze de sleutel kwijt waardoor we het museum niet kunnen
bezoeken. De kleine reisburo’s bieden
allerlei excursies aan om etnische minderheden te bezoeken, maar de prijzen
zijn onredelijk hoog. We maken weer ons eigen plan en regelen 2 mountenbikes voor
morgen, wat moeilijker is dan gedacht want de meesten kiezen voor
georganiseer-
de trips. De volgende morgen
zijn we vroeg uit de veren. Om 7 uur
wandelen we al op de ochtendmarkt, waar vele etnische minderheden hun groenten
en traditionele producten proberen te verkopen. Het is een gezellige maar koude
bedoening. Pas als de zon begint te schijnen warmt het op. Na het ontbijt
fietsen we naar de grens met China, zo hebben we het gevoel dat we er toch
bijna geweest zijn! Onze fietsrit stopt
3km voor de Chinese grens, omdat twee Laotiaanse politiemannen ons tegen-houden.
Enkel de lokale bevolking kan verder en hier de grens oversteken. Een grenspost
heeft altijd iets speciaals en een eigen sfeer, deze zeker.
We keren
terug en maken een prachtige fietstocht van dorp naar dorp, langs
kilometerslange rijstvelden, bananenplantages, paprika- en maïsvelden,
suikerriet-
plantages,…en ontmoeten de
Yao’s, de Tai-Dam, de Akha’s,…Vele Chinese vrachtwagens vol suikerriet steken
ons voorbij, richting China. Op de
terugweg blikken we even terug en komen we tot de slotsom dat alle etnische minderheden misschien wel verschillend
zijn, maar toch gemeen hebben dat ze heel arm zijn en een hard leven hebben. Het zijn vooral de oudere vrouwen die
nog de traditionele kledij dragen. We zien jammer genoeg ook hier, in het
Noorden van Laos, dat de Chinezen steeds meer gebied en economie inpalmen,
wellicht ten koste van de lokale bevolking .Na een nachtje slapen reizen we
terug naar Luang Nam Tha om enkele zaken te regelen ( blog in orde maken,
bustickets reserveren, geld afhalen,…)
om dan de volgende dag door te reizen naar Nong Khiaw. We beginnen steeds meer
onze dagen te plannen, want de einddatum van onze reisvisum in Laos komt steeds
dichterbij.