zondag 27 januari 2013

LUANG NAM THA & MUANG SING


 
22 – 27 JAN 2013
We reizen verder naar het Noorden van Laos, dat bekend staat om zijn prachtige bergen en de vele etnische minderheden die in dit berggebied  wonen.
Het idee om met de boot, via Pakbeng, naar het Noorden te reizen laten we varen. Het is te duur en we zijn minstens twee dagen onderweg. We kiezen voor de kortste weg, een busrit van 7uur in, door en over de bergen. Onze eerste stop is Luang Nam Tha, gelegen op een hoogvlakte, omgeven door bergen waardoor de kronkelende rivier, de NamTha, passeert.  We gaan niet in op het enorme aanbod in het stadje aan trekkings, daguitstappen,…we willen de omgeving op eigen houtje ontdekken. We laten onze mountenbikes staan bij de ingang van het Hmongdorp Had Yao en wandelen door het dorp. Onze aandacht wordt gewekt door veel bedrijvigheid in het steegje. De dorpsbewoners maken


 
ons duidelijk dat hier straks een Hmong-trouwfeest begint. We zijn van de partij ! Even later komen de 2 Hmong-bruiden  en 2 Hmong-bruidegommen aan en gaan een hut binnen. Ze nodigen ons uit. We zijn getuige van een traditionele trouwceremonie, waarbij de vaders de huwelijksvoorwaarden met elkaar bespreken. In een kring van stoelen  zitten de 4 vaders  en een oude man, de chief van het dorp. De oude man neemt het woord en er wordt overlegd. De 4 mannen bieden elkaar meerdere malen een glas aan en er wordt geproost. Dronken zullen ze er niet van worden, want ze drinken enkel liters cola. Met veel boertjes laten als gevolg…
Daarna zingt de oudste een lang ceremonieel lied, waarbij de anderen soms meezingen en met hun handen gebaren maken. Een indrukwekkend ritueel!
Na enkele uren hebben we het toch gehad en fietsen door naar Lao Houei, waar de Lanten wonen. Al van ver


 
zien we hun bekende zwarte katoenen doeken wapperen aan de wasdraad. De Lanten kwamen lang geleden uit China, ze gebruiken nog steeds Chinese letters. De vrouwen zijn hier heel traditioneel gekleed, vooral hun fijne haartooi en hun lange zwarte jassen met touwtjes vallen op. We wandelen door het dorp en zien een vrouwtje bamboepapier maken, nog een andere specialiteit van het dorp. De volgende dag rijden we met een brommertje naar enkele verder afgelegen dorpen met etnische minderheden, waaronder de Akha’s, de Tai Dam en de Tai Lue, allemaal heel arme dorpen. Op de terugweg stoppen we nog even in het Hmongdorp Had Yao. Er is opnieuw een trouwfeest, maar nu in Lao-stijl. Alle mensen van het dorp zijn uitgenodigd. Het heeft veel weg van een trouwfeest bij ons. De genodigden feliciteren  eerst het trouwkoppel en krijgen dan een shot wisky aangeboden om in één
 
 
keer uit te drinken. Daarna wordt er gegeten, gedronken en tot laat in de nacht gedanst. De mensen hebben weinig werk op hun akkers en dit is het seizoen bij uitstek om te trouwen. We blijven maar even en rijden terug naar ons guesthouse, waar we onze rugzakken klaarmaken om door te reizen naar Muang Sing. Dit dorp, op 10km van de Chinese grens, ligt eveneens  in een grote vlakte omgeven door bergen. Alles voelt hier heel erg Chinees aan. We laten alles over ons heen komen. Akha-vrouwen bieden ons openlijk opium aan, wat we natuurlijk weigeren. Bij het lokale tribelmuseum zijn ze de sleutel kwijt waardoor we het museum niet kunnen bezoeken. De kleine reisburo’s  bieden allerlei excursies aan om etnische minderheden te bezoeken, maar de prijzen zijn onredelijk hoog. We maken weer ons eigen plan en regelen 2 mountenbikes voor morgen, wat moeilijker is dan gedacht want de meesten kiezen voor georganiseer-


de trips.  De volgende morgen zijn we vroeg uit de veren.  Om 7 uur wandelen we al op de ochtendmarkt, waar vele etnische minderheden hun groenten en traditionele producten proberen te verkopen. Het is een gezellige maar koude bedoening. Pas als de zon begint te schijnen warmt het op. Na het ontbijt fietsen we naar de grens met China, zo hebben we het gevoel dat we er toch bijna geweest zijn!  Onze fietsrit stopt 3km voor de Chinese grens, omdat twee Laotiaanse politiemannen ons tegen-houden. Enkel de lokale bevolking kan verder en hier de grens oversteken. Een grenspost heeft altijd iets speciaals en een eigen sfeer, deze zeker.
We keren terug en maken een prachtige fietstocht van dorp naar dorp, langs kilometerslange rijstvelden, bananenplantages, paprika- en maïsvelden, suikerriet-
plantages,…en  ontmoeten de Yao’s, de Tai-Dam, de Akha’s,…Vele Chinese vrachtwagens vol suikerriet steken


ons voorbij, richting China. Op de terugweg blikken we even terug en komen we tot de slotsom dat alle etnische minderheden misschien wel verschillend zijn, maar toch gemeen hebben dat ze heel arm zijn en een hard leven hebben. Het zijn vooral de oudere vrouwen die nog de traditionele kledij dragen. We zien jammer genoeg ook hier, in het Noorden van Laos, dat de Chinezen steeds meer gebied en economie inpalmen, wellicht ten koste van de lokale bevolking .Na een nachtje slapen reizen we terug naar Luang Nam Tha om enkele zaken te regelen ( blog in orde maken, bustickets reserveren,  geld afhalen,…) om dan de volgende dag door te reizen naar Nong Khiaw. We beginnen steeds meer onze dagen te plannen, want de einddatum van onze reisvisum in Laos komt steeds dichterbij.
 
 

TREKKING LUANG PRABANG

19 - 20 JAN 2013
Om 8u30 maken we kennis met Sajaan, onze 24 jarig gids. We krijgen elk 3 flessen water voor de komende 2 dagen en stappen naar de boot. We varen de Mekong over. Een kwartier later bereiken we het dorp aan de overkant. Wat een wereld van verschil?! Hier geen toeristen toestanden, aangepaste voorzieningen, enkel hutjes en overal veel te veel honden. Al die lelijke blaffende honden zijn heel typisch voor hier en voor ons een bangelijk fenomeen. Er rijdt
maar 1 tuktuk-bus per dag en aangezien we niet op de komst van het busje willen wachten beginnen we alvast te stappen. Na twee uren stappen komt het busje er aan. Het is al helemaal volgeladen met etenswaren. 'T ziet er naar uit dat er feestje zal gebouwd worden. Het is inderdaad weer van dat! Het koppel dat meerijdt nodigt ons uit voor de trouwfeest. We bedanken hen vriendelijk, we hebben andere plannen vandaag. Tijdens onze babbels met Sajaan worden wij nog maar eens geconfronteerd met ons super-de-luxe-leventje. Sajaan had malaria toen hij 2 jaar was.
 
Zijn ouders moesten een buffel verkopen om de zeer dure medicatie te kunnen betalen. Voor ons onherkenbare toestanden.
Het stappen is zeer aangenaam. We houden even halt in een Lao-dorp waar ze sticky-rijst in bamboo klaarmaken voor verkoop. Vandaag hebben we 5 stapuren. We slapen deze nacht in een homestay in een Hmongdorp. Dan begint plots het ernstig gedeelte van onze tocht.
De Hmong leven boven in de bergen. We zijn nu op 600m hoogte en moeten stijgen tot 1.700m
 
 
hoogte. Wat een lastige karwei en welk een idee om zo hoog te willen leven? Tijdens de zeer lastige klim komen we een man tegen. Hij stapt een tijdje met ons mee en is blij met ons gezelschap. Hij deed gisteren de afdaling omdat hij tandpijn had en naar een tandarts moest. Vandaag dus weer de klim naar boven. Eén keer per week rijdt de traktor uit het Hmongdorp naar beneden. Dit is hun enige vervoermiddel. Tijdens het regenseizoen is deze rit al helemaal onmogelijk over de zeer slechte weg. Als we boven komen houden we het bijna voor onmogelijk dat hier mensen leven, zo ver weg
 
van de bewoonde wereld. De Hmong kiezen ervoor om hier te wonen. Ze hoeven niets te betalen en leven vrij volgens hun eigen wetten. Er is hier ook niets. Water moeten ze op 20 min stappen, halen bij de bron. Kinderen lopen af en aan met water kruiken. De hut die dienst doet als school is onze slaapplaats vannacht. De kinderen brengen water en het dorp heeft aan onze komst een leuk verzet. Velen komen eens piepen, de meeste kinderen blijven wat hangen.
We wandelen nog even door het dorp. Vele
 

vrouwen dragen nog de traditionele kledij.
 De belangrijkste activiteit in het dorp is daken vlechten met gedroogd bamboegras.
Als het donker wordt rond 18u valt het leven stil. We zitten nog bij het vuurtje buiten. Dit is het moment en de plaats waar dorpsgenoten elkaar vinden. Anecdotes vertellen, zaken bespreken....we begrijpen er geen woord van maar voelen de verbondenheid en de gezelligheid zo aan. Om 20u is het stil en gaan de meesten slapen.


 
Wij ook want na zo'n stevige klim kunnen we alle rust gebruiken. Het kakelen van de kippen, de knorrende varkens, spelende kinderen....allemaal tekenen die weer leven brengt bij het ochtendgloren. Ons ontbijt bestaat uit de restjes van gisteren:  rijst, gekookte kip en kippenbouillon. De Hmong eten heel sober. Vooral rijst, af en toe eens hond, varken. Ze drinken hier geen alcohol.  Ze leiden een heel sober, eenvoudig leven. In het dorp geen water, geen electriciteit, geen winkel, geen toiletten,.. Ongelooflijk dat we met z'n allen op dezelfde bol leven??!!!Om 8u zijn we weer aan het stappen.

Hierboven schijnt de zon al maar over de bergen hangen nog overal mistslierten. Een magnifiek beeld. Het dalen is zeer moeilijk en lastig. Het is erg steil en we geraken bijna niet vooruit. Op deze moeilijke weg komen we geregeld lokale mensen tegen die veel te zwaar beladen met hout naar beneden moeten. We begrijpen niet dat één mens zoveel hout kan dragen?? 'S middags eten we de restjes van de restjes: rijst, kip en een schelletje gedroogde buffel. We blijven, wat eten betreft, toch op onze honger zitten. Elk dorp dat
 
we voorbij stappen heeft  zijn eigen ambacht. We houden nog een halt in het dorp waar men de wieren uit de rivier droogt en daarin sesamzaad verwerkt. Na zes stapuren staan we weer bij de Mekong. Na een half uur varen zijn we terug en gaan naar ons guest house. We eten 's avonds een dubbele portie, we zijn scheel van de honger. Onze laatste dag in Luang Prabang is een welverdiende rustdag. Een handwastjes-dag en een relax moment in een Laotiaanse sauna.


 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

donderdag 24 januari 2013

LUANG PRABANG


16 - 21 JAN 2013
Een mooie rit vanuit Pohnsavan brengt ons naar Luang Prabang. De weg doorkruist schitterende landschappen, gebergten met de ene bocht na de andere. We rijden voorbij dorpen van minderheidsgroepen. In Laos is het comfortabel om te reizen. Hier hebben we tenminste elk onze zitplaats en ligt onze rugzak in de koffer. De weg is dan weer een ander paar mouwen.
Na een rit van 7 uren komen we aan in Luang Prabang. Die stad heeft heel veel te bieden. Tropische wouden vormen de natuurlijke
omgeving. We verblijven in een guesthouse op 15 min stappen van het centrum. Elke avond is er hier een ambachtsmarkt van de Hmong. We genieten ervan om naar al het moois te kijken; prachtige tassen, vele bonte kleuren in hun geweven stoffen, leuke borduur creaties, mooie (nep) juwelen... De  Unesco heeft de stad op de lijst van te beschermen erfgoed geplaatst. We willen de stad verkennen en volgen de uitgestippelde route vanuit de Lonely planet. We zijn hier een hele dag mee zoet.

 
 
De stad ligt op een smalle landstrook aan de samenvloeiing van de Nam Khane en de Mekong, die nu ook weer mee doet in ons reisverhaal. Er zijn heel veel mooie Wat's, maar overal moeten we 'kip' betalen om die te bezoeken. We hebben al heel veel tempels gezien, en laten ze voor wat ze zijn. Ik (Filip is daar niet zo'n fan van) werd al vele keren gezegend voor 'a happy and long life'...?" We zien de goudwassers bezig bij de Mekong. Goudschilfertjes kunnen wij trouwens ook zien glimmen in het fijne Mekongzand. Maar't schijnt
 

 een ingewikkelde procedure te zijn om uiteindelijk een gouden oorbelletje te hebben?!
Op een marktje ontmoeten we 3 Hmongmadammen. Amai 3 dulle trezen die al onmiddellijk een trouwe band aangaan met mij. Maar 't komt erop neer dat ik voor elk van hen 1kg mandarijnen (bijna) moet kopen. Ik plooi voor 1kg die ze dan maar moeten delen. Zo spreken we onze eerste handtaal Hmongwoorden. We reserveren onderweg een 2daagse trekking voor zaterdag en zondag.
We staan smorgens om 7u al in de hoofdstraat. We willen de reras, of de bedelronde van de
 
 
 
monniken meemaken. Dit is een dagelijks Boeddhistisch ritueel waarbij de bevolking van de stad aalmoezen schenkt (onder de vorm van voedsel) aan de bedelende monniken.
We huren voor onze 2e Luang-Prabang-dag mountainbikes. We bezoeken het olifantendorp. Daar kunnen wij op de rug van een olifant mee naar hun Mekongbad. Wij genieten ervan om gewoon toe te kijken hoe jonge (bange) toeristen dit avontuur ondergaan. Een zeer hachelijke onderneming, zonder enig houvast, op die brede olifantenrug de steile weg naar beneden, het
 
 
 

 water in. Wij vinden dit niet zonder gevaar.We rijden door naar de waterval van Tad Se. De waterval ligt in een aardige plek maar zal wellicht spectaculairder zijn tydens het regenseizoen?
We hebben 60km in onze benen. We vinden onszelf heel dapper want het is niet niets biken in de mountains hier. We eten nog maar eens een noodle soep in een lokaal eethuisje. Net 4 dagen open, een ruime menukaart maar de voorraad is
 
 
nog niet aangepast. Gonggeluiden lokken ons naar een Wat onderweg, een ideaal moment om nog eens halt te houden bij de jonge monniken.We gaan nog eens avonmarkten.We ontdekken een straat waar we voor 10.000 kip (1€) kunnen aanschuiven aan een koud buffet. Voor vlees/vis moeten we iets bij leggen. We laten ons helemaal gaan. Goed om krachten op te doen voor onze trekking.