zondag 30 december 2012

GRENS LAOS & DON DET



26 – 29 DEC 2012 

Een primeur vandaag ! Voor het eerst in onze reisgeschiedenis gaan we te voet een grens over, spannend! Een grote bus, met slechts 6 toeristen in, brengt ons naar de Cambodjaanse grens. We stappen uit en krijgen een uitreis-stempel op ons paspoort.  Daarna stappen we  200m te voet naar  een afgedankte blauwe treinwagon, die dienst doet als grenspost van Laos. De  beambte laat er geen twijfel over bestaan, we krijgen een stempel op

ons paspoort als we allebei 2 dollar extra betalen. Als dit afgehandeld is stappen we op een andere bus die ons, en de andere toeristen, naar de haven van Ban Nakasang brengt.  Een motorprauw brengt ons naar Don Det, één van de 4000 eilanden van de eilanden-groep in de Mekong. Bij mama Tanon zijn we meteen thuis en reserveren er een kamer. Het leven op het eiland is erg relaxed, er zijn geen wegen alleen paadjes.
 


Het zicht op de Mekong is hier overal zeer fascinerend ( vissers, palmbomen, mooie panorama’s)
We huren een fiets en ontdekken het eiland Don Khon, dat met een brug verbonden is met Don Det. De Fransen hadden hier indertijd een vaste post.
We fietsen langs de oevers van de Mekong , de vele rijstvelden en de jungle. Bij een tempel zwaait een dame naar ons. Het is ons niet duidelijk of we weg moeten of juist dichter moeten komen?? We kiezen voor het tweede…wat blijkt??? Ze ziet Filip zijn spierbundels, dus hij is de geknipte persoon om mee te helpen. Uit een prauw moeten zeer zware betonnen onderdelen getorst worden.
 

We zien de Mekong op zijn mooist en spectaculairst… vele stroomversnellingen en prachtige watervallen. We verfrissen ons bij de beach, we huren ook een bootje en gaan tegen valavond dolfijntjes spotten. Van op de fiets zien we de zon ondergaan.  In het donker, bij volle maan, fietsen we de laatste kilometers langs de kronkelige paadjes terug naar ons guesthouse.  We zijn totaal verrast als we Belle en Jorn zien zitten op ons balkon bij

mama Tanon ! We hadden met hen al veel leuk mailcontact.  Ze zijn ook lang op reis en volgen ongeveer dezelfde route.  W’ein der deugd van en we vindnn tgjistig om plat vlams te koutnn. Tzin gjistige gastnn, gjillegans oes weegaerde…
We schrijven ons alle vier in voor een tour-trip-dag in en rond de vele eilanden. Het programma ziet er alvast veel belovend uit !


De dag begint met een boottocht tussen de vele eilanden. Op het programma staat ook nog vissen en tubing. Het vissen is een heel groot woord voor de activiteit. Een vislijn zonder dobber, dat spreekt al boekdelen…We plonzen ondertussen  een beetje in de Mekong om ons af te koelen.  Onze bootmannen halen met hun groter net vis uit het water en bereiden voor ons een lekkere maaltijd. Hierna komen we aan het volgende hoofdstuk: tuben op de Mekong. De boot brengt ons een heel eind stroomopwaarts, dan laten ze ons te

water en dan mogen wij, liggend in een grote binnenband, stroomafwaarts dobberen. We tjielen en genieten van het leven aan de oevers van de Mekong. Maar dan gaat het plots mis. De Mekong is heel breed en er komen meerdere stromingen samen. Juist daar moeten we de Mekong oversteken. Een klus die heel wat kracht vraagt, zeker met al die onverwachtse stroomversnellingen. Enkel Jorn slaagt erin de overkant te bereiken.  Filip en Belle kunnen zich, ergens tussenin, nog net

vasthouden aan een boomtak. Ik ben te ver weg en drijf steeds verder weg, de andere richting op.  Ik roep om hulp en zwaai naar voorbij varende vissers. Ze begrijpen me wellicht niet en zwaaien gewoon vriendelijk terug.  Ik ben heel bang en de tubing-leute is er helemaal van af. Ik ben héél, héél blij en opgelucht als onze boot mij komt oppikken. Ik ben Jorn zo dankbaar dat hij meteen de bootmannen zocht en een reddingsactie op touw zette.

De boot pikt ook nog Belle en Filip op en zet ons allen veilig weer aan eiland. Van spannende avonturen gesproken ! We nemen de volgende dag samen de bus naar Pakse. In ons guesthouse  regelen we een vierdaagse moto-trail naar het Boloven-plateau. Zo vieren we  samen de overgang van het oude naar het nieuwe jaar.
 

OP NAAR 2013

    VOOR AL ONZE BLOGLEZERS...GROETJES UIT PAKSE, LAOS

NOG EVEN TERUGBLIKKEN OP CAMBODJA



Cambodja vonden wij een heel leuk land om een maand door te reizen.

Het is een land met weinig eigen economische activiteit. Bijna alles wordt ingevoerd vanuit Thailand, China en Vietnam.  Er is opvallend weinig industrie en er lijkt weinig steun te zijn/ te komen vanuit de overheid. Rijst, bier en edelstenen lijken hun belangrijkste nationaal product.

We merken hier en daar nog de invloed van het Franse verleden…je kan hier baguettes eten, pastis en cointreau kopen en petanque spelen.

In Cambodja wordt met Amerikaanse dollars betaald, ook uit de ATM-automaten komen dollars ! Kleingeld ( minder dan één dollar) wordt terug-betaald in riel ( 1 $ = 4000 riel )

 

In Cambodja is het gemakkelijk reizen.   In de guesthouses staan ze altijd klaar om je te helpen en om dingen voor je te regelen ( bustickets, tuktuk,…). Grote verbindingswegen zijn goed onderhouden. Daarbuiten zijn het vooral stoffige, rode pistes en wegen. Cambodjanen, vooral de mannen, houden er een rustig leventje op na. De hangmat is niet voor niets het symbool van Cambodja…iedereen heeft er één en ligt er ook in één.


Ze hebben een zeer lekkere ( Khmer ) keuken ( veel wokken, lekkere curry’s).    Er is een grote verscheidenheid aan fruit. Ook veel onbekend fruit, zoals dragon-fruit, charon, lychees...

Er is een enorm verschil tussen het leven in de stad en het leven op het platteland. Het Cambodjaanse volk op het platteland is doorgaans arm. Ze zijn van nature eerder bescheiden en geremd.              

Vele vrouwen dragen overdag een pyama ( broek en hemd ) en ze hebben ze in alle kleuren en patroontjes!

We genoten van de jungle met zijn veel prachtige bomen: soms heel oude, soms drie-in-een-bomen,…met z'n krullende wortels en veel mooie bamboebossen.

 

dinsdag 25 december 2012

BAN LUNG & STUNG TRENG




17 – 25 DEC 2012
We worden het stilaan gewoon…tijdens de doorreis van Kratie naar Ban Lung zitten we  weer met meer dan twintig mensen volgepropt in een minibus. De grond ligt vol met rugzakken, dozen en natuurlijk ook wat kippen. Achteraan hangen nog twee volle zakken rijst en een brommer. Onderweg zien we veel mensen maniok versnijden die ze dan laten drogen in
de zon. Als we het guesthouse, Tree eco   lodge, binnenstappen voelen we ons meteen thuis. We zijn blij, want we verblijven hier     de komende week. Ban Lung is niet meer dat
kleine backpackersstadje van vroeger, maar een grote stad in wording.
We regelen in het guesthouse een moto-trip naar enkele tribaldorpen in de buurt.   
Martien gaat mee op de brommer van de      gids en ik rij zelf ook op een brommer.
We houden onderweg halt bij een rubber-plantage…tussen de bomen zien we veel bedrijvigheid en reuzengrote hopen aarde. Overal zijn mensen bezig met diepe tunnels in de grond te graven op zoek naar edelstenen. Ze vertellen ons dat de edel-stenen te vinden zijn tussen acht en vijftien meter diep. De aarde wordt naar boven getakeld in een emmer, uitgegooid en door de vele familieleden

 

onderzocht op edelstenen. Op een geluks-dag brengt dit voor één familie $ 20 op, hebben ze pech dan krijgen ze niks.
We rijden over stoffige pistes, die in de moessontijd onberijdbaar zijn, naar de tribaldorpen van de Jarai, de Kreung en
de Tompoun.
Behalve dat elk nog een oude eigen taal spreken lijken ze op elkaar…in het     
midden van elk dorp staat een meeting-huis, waar dorpsvergaderingen worden   
gehouden.
Elk dorp heeft een dorpshoofd die, na     
overleg, de eindbeslissingen neemt. Hij is politie, rechter en bemiddelaar tegelijk. Hun huizen zijn zeer eenvoudig, deze
mensen zijn echt arm. Ze geloven in geesten met de daarbij horende rituelen
( oa. rituele slachtingen voor goden) en vereren hun gestorven voorouders.
In het dorp van de Jarai’s is een meeting bezig met een NGO die zich ontfermt over dit dorp. Drie jaar geleden brak hier cholera uit en stierven heel veel  mensen door het drinken van rivierwater. Bij één van de huizen zien we een man gifpijlen maken voor de jacht (ze eten om het even welke diersoort), op andere plaatsen zijn er vrouwen bezig met weven. Hier geen rugzakken, boekentassen, emmers of kruiwagens… iedereen gebruikt de khapa, een geweven rugmand.
In een ander dorp zit een vrouw kalebassen te versieren met mooie inkervingen.
Bij de Tompoun is er net iemand begraven en is er een afscheidsritueel bezig. Op het plein staat een soort kruis met een haarlok, de totem van de overledene.

De sjamaan schildert allerlei figuren op de voeten van
de zoon van de overledene en allen zitten ze rijstwijn te drinken. Via dezelfde stoffige pistes rijden we terug. De volgende drie dagen zijn we op trekking in de jungle. Na de trekking zijn we toe aan een rustige dag.          We huren fietsen en rijden naar het meer Yeak Laom, een mooi turkooisblauw meer in de krater van een uitgedoofde vulkaan, omgeven door bamboebosjes en oerwoud. Het is zondag en veel lokalen komen er picknicken. Onze rustplaats bij het meer blijkt een geliefde fotoshoot-plaats te zijn.
Een zwerm fotografen komen er een kersverse bruid en bruidegom fotograferen, even later worden er kinderen in de lokale outfit gefotografeerd.
                                                               

De volgende dag huren we een brommer en bezoeken we enkele bekende watervallen. Ze zijn moeilijker te vinden dan gedacht, zeker als geen enkele Cambodjaan begrijpt wat je hem of haar vraagt. Maar na wat zoeken vinden we de twee mooiste watervallen. We zijn op tijd terug want het is kerstavond, niet dat we daar veel van merken in de stad of in ons guest-house. Ons kerstdiner bestaat uit een burger met frietjes!
 
We zijn heel verrast met het kerst-kadootje van onze kinderen, hun co’s en Fran:  een fotoboekje van hen allen.      Dank je wel lieverds! Op Kerstdag zijn we al vroeg uit de veren…om 6u30 zitten we voor de laptop en skypen met onze kids, die in de Moteweg samen kerstavond vieren (voor hen is nu middernacht ). We wensen iedereen natuurlijk een gelukkige Kerst. Een uurtje later zitten we op de
 
bus naar Stung Treng, onze laatste halte in Cambodja. We verblijven in “ Le Tonlé “, een guesthouse dat    gerund wordt door een twintigtal kansarme jongeren.   Ze werken één jaar in het guesthouse en krijgen ondertussen een opleiding: ze leren Engels, les over toerisme, koken, survivaltechnieken,…om daarna in de toeristische sector aan de slag kunnen…. prachtig initiatief ! We zijn hier echter de enige toeristen, jammer dat dit project zo weinig bekend is.
Omdat Stung Treng niet veel te bieden heeft kopen we tickets en reizen morgen door naar Laos. Martien sluit Cambodja af met een lekkere body-massage, terwijl
ik geniet van het leven op en rond de Mekong.
 

zondag 23 december 2012

DRIE DAGEN IN DE JUNGLE VAN RATANAKIRI


20 – 22 DEC 2012
Om 8u30 staan we zoals afgesproken vertrekkens-klaar voor ons 3 daagse. Onze gids Kimi (highlands tour/Ban Lung) deed deze morgen de boodschappen op de markt en heeft alles mee voor de komende dagen in een grote zak. Hij en zijn kompaan brengen ons met de brommer tot aan de rivier. Het zijn echte artiesten op de weg want de rit voert ons één uur door een zeer zanderige weg, bergop en bergaf. De bomen, het gras, de huizen,…alles ziet  rood van het opwaaiende stof van de fijne aarde. Als wij bij onze kanoboot arriveren zien wij er zelf rood en stoffig uit. Het is alsof wij onze kledij al weken dragen. We stappen voorzichtig in onze kanoboot zodat hij niet kantelt. Na één uur varen komen we aan bij ‘de Kachoks’.  Een tribel-groep die zich hier 40 jaar geleden  vestigde, bij de rivier in de jungle.
 
 
De mensen leven in grote familiegemeenschappen.  Ze bewerken de grond, generatie na generatie, en telen er vooral rijst voor eigen gebruik. De solidariteit binnen de gemeenschap is heel groot, alle families ondersteunen elkaar. De Kachocks worden echter bedreigd in hun bestaan! Een Chinees houtbedrijf wil hout kappen in de jungle en moet daarvoor een dam bouwen op de rivier, en heeft hun grond nodig als opslagplaats. Hiervoor moeten ze de jungle dieper in en helemaal opnieuw beginnen….een onbegonnen werk voor deze families. Hopelijk blijft het enkel bij woorden. Wij stappen samen met Kimi en Well, onze ranger,  enkele uren door rijst- velden in de verzengende hitte. Het is een nieuwe ervaring om de velden in de oogsttijd te zien omdat wij enkel de groene rijstvelden kennen van vorige reizen. De rijst wordt van het koren geslaan, een werk uitgevoerd door vrouwen. Het ziet er behoorlijk zwaar werk uit. 
De rijst wordt opgeslagen in hun rijsthuis. ‘s Nachts slapen ze bij hun koren zodat de buffels of de  wilde zwijnen niets kunnen pikken. Van de rijst wordt ook rijstwijn gebrouwen…een straf goedje te vergelijken met onze graan jenever. De Kachok zijn erg bijgelovig en vereren sterk de goden. Ze brengen offers en hopen zo op een goede oogst. Wij worden onderweg uitgenodigd voor zo’n ceremonie: met zijn allen een grote pot rijst-wijn uitdrinken. Wij willen ons daar niet aan wagen en proeven even. Ze offeren dieren als er iemand sterft zodat de overledene sneller de overgang kan maken. Bij ziekte raadplegen ze in allerlaatste instantie een dokter, hun offers komen altijd  op de eerste plaats. Wij maakten de zeer schrijnende situatie mee van een oud vrouwtje dat zat te rillen van de malariakoorts in de hete zon….er werd nog geen dokter geraadpleegd. Wat kunnen wij hierop zeggen???? Kimi, onze gids, introdu-
 
 

ceert ons op heel gepaste wijze in het leven en de gewoonten van de mensen hier. Alles in en uit de jungle wordt gebruikt om te overleven. Dieren, klein en groot, betekenen voedsel. Kimi heeft er een echte speurneus  voor. Hij vindt op een bepaald moment een holletje in de grond. Blijkt dat dit de woonst is van een zwarte spin (à la zwarte weduwe). Hij haalt de spin uit het hol en neemt de giftige tand uit. Hij draagt ze de hele trip mee en ze zal deze avond dienen als avondmaal. Zelfs wij raken gewend aan het dier en koesteren haar….We stappen door een zeer dichtbegroeid bamboo woud.  Tegen valavond komen we aan bij onze slaapplaats. We nemen een frisse duik in het meertje bij de waterval terwijl Kimi en Well een verrukkelijke maaltijd bereiden. Kimi vist heel wat visjes en een kikker uit het meer. Alles gaat op de BBQ. Ondertussen maakt Well met heel veel vaardigheid allerlei gebruiksvoorwerpen 
 
uit bamboo: onze drinkbekers, sticks om al de vis op te klieven, een bbq-rooster,...…Onze hangmatten worden mooi in een rijtje opgehangen. We toasten samen op een zeer geslaagde dag: rijstwijn in onze bamboo-beker. We genieten van de lekkere maaltijd en wij wagen ons zelfs aan ‘het proeven van de spin’. Onze avond wordt zeer hilarisch afgesloten omdat ik met veel zwier en zwaai in mijn hangmat kruip, maar ergens tussen de hangmat en de grond beland. Zowel Filip als Kimi hebben heel wat takelwerk om mij weer
 
 
in de juiste positie te krijgen. We slapen lekker in ons 1000 sterren hotel. Onze tweede dag is even boeiend. We houden af en toe halt in de jungle. Kimi toont ons telkens opnieuw hoe we in het woud kunnen overleven. Vele vruchten worden gebruikt, wortels van bomen en van palmen, noten, …een breed gamma om te gebruiken als voedsel en/of om te gebruiken als geneeskrachtig kruid. Hij leert ons hoe je door de binnenkant van een bepaalde boom  uit te branden  teer kan verkrijgen. Dit teer gebruiken ze
om boten te dichten, om fakkels te maken.
’s Avonds slapen we in onze hangmat in een homestay. Hier is niets van elektriciteit. Geen toiletten, geen water. Het drinkbare water wordt uit kuilen in de grond gehaald. Men schept het grondwater met kalebassen uit de put om zo de flessen en kruiken te vullen. Dit (zware) werkje wordt door de vrouwen en de kinderen gedaan. Ons bad deze avond is de rivier. Een leuk allegaartje van veel  activiteiten, mensen , kinderen die hier komen baden,

ondertussen komt de één zijn brommer wassen, iemand anders doet de was. Een boerin komt toe met haar koe en kalfje om hen te laten drinken. Hier stopt voor ons alle badplezier omdat mama koe moet plassen…..We gaan vroeg slapen want eens het donker is valt hier niets meer te beleven. Bij het eerste ochtendgloren is iedereen al snel weer op de been. Het is nog frisjes om 5u30 smorgens en met de korengalmen worden overal vuurtjes aangemaakt.  
 
 
We eindigen met een wandeling op het kerkhof. De doden worden met heel bizarre rituelen begraven. Alles past binnen het heel eigen leven van hun stam.
Wij zijn Kimi en Well heel erg dankbaar voor deze zeer boeiende en leuke tocht.