28 JAN - 2 FEBR
2013
We verlaten na
Luang Nam Tha onze geplande reisroute, naar het zuiden van China, en reizen
verder naar het Noord-Oosten van Laos. Het is een lachwekkend gedoe vooraleer
onze bus naar Nong Khiaw kan vertrekken. We worden ’s morgens vroeg opgehaald
aan ons guesthouse en dan 3 km verder gebracht met een tuktuk. We ruilen onze
voorlopige tickets in voor andere. We kunnen geen uitleg vragen
want niemand
spreekt Engels. Als we ‘Nong Khiaw’
zeggen wijzen ze telkens naar een andere minibus. We staan erbij en kijken
ernaar. Even later moeten we onze nieuwe tickets weer afgeven aan de man die ze
verkocht en mogen we, na meer dan 1 uur wachten, instappen in een minibus. Moesten
we hiervoor al om 6 uur opstaan? De Laotianen gaan zo anders om
met de tijd:
heel erg op ‘t gemak en iedereen
ondergaat alles, nooit jaagt iemand zich op. De bergrit is qua natuur heel mooi.
We zijn 7 uren lang getuige van
het bikkelharde leven in de bergen. De hutten staan gebouwd langs de hellingen en
de mensen leven op straat. Er ligt overal
broom-gras te drogen. We zien Laotianen er het zaad uit kloppen, om er dan later veegborstels van te maken.
Anderen zitten daken te vlechten.
Overal
spelen kinderen met steentjes, de aarde, gevonden plastiek flesjes,… . In Nong
Khiaw logeren we in een rieten hut (Lin Tong) die hier ‘chambres d’hôtes’
noemt. We voelen ons thuis bij deze zeer
lieve gastvrouw. Langs de Nam Ou maken
we een wandeling naar een grot waar de mensen schuilden en leefden tijdens de
Vietnam oorlog. De weg is zeer stoffig.
We zijn in de bergen en de zon geeft minder hitte dan elders. We zien hoe het broom-gras
wordt gedroogd boven vuurtjes. Wat een
ongezonde bedoening? Dit in combinatie met het wonen langs de zandweg, zorgt
gegarandeerd voor stoflongen voor jong en oud.
Nong Khiaw is niet groot, na 2
dagen varen we verder naar Muang Ngoi.
Dit kleine dorp is enkel
te bereiken langs de rivier, de Nam Ou. Het is
slechts 1 uur varen. Het dorp bestaat
uit één aarden weg die 500 m inneemt van
de ene kant naar de andere kant van het dorp. Een vreemde mengeling van een
stukje einde van de wereld en een mekka
van backpackers. Er is één pick-up in het dorp. Het is ons een raadsel hoe die
er kwam en waarvoor hij wordt gebruikt?
De auto kan enkel 500m vooruit rijden en dan weer in achter uit
terug keren?? De kinderen amuseren zich
in elk geval om met zijn allen in de laadbak te spelen! We vertoeven in het noorden en we mogen geen hoge eisen
stellen aan ons verblijf. Er is enkel elektriciteit van 18u tot 21u30. De
Laotianen hebben zich goed aangepast aan
de toeristen, want op 3 plaatsen in het kleine dorpje kunnen we
aanschuiven
aan ofwel een ontbijtbuffet ofwel een dinerbuffet.
Heel lekker eten, maar de
omstandigheden waarin ze het eten bereiden en alles weer afwassen is een
andere zaak. We informeren, bij de
onderwijzer die ook de lokale gids is, om
een trekking te doen. Hij vraagt echter net iets te veel voor ons budget. We stappen
op eigen houtje naar Ban Na. Het
heeft de voorbije nacht veel geregend! De anders zo stoffige wegen zijn veranderd in
vieze modderwegen die moeilijk te bewandelen zijn. We kunnen ons perfect voorstellen hoe het hier moet zijn tijdens
het regenseizoen. Het valt ons op dat de mensen zich er niets van aan trekken
en gewoon op blote voeten door de modder stappen. We betalen met plezier elk 10.000
kip bij aankomst in het dorp. Dit geld wordt gebruikt om het
schooltje te
sponsoren. Het bergdorp noemt men ‘eco-village’ een modenaam die wij niet
passend vinden. Want alles wat hier met eco en heel-natuurlijk te maken heeft
is enkel en alleen uit strikte noodzaak. Ze leven hier inderdaad op natuurlijke
wijze, zonder elektriciteit, in bamboo hutten, gebruiken enkel natuurlijke materialen,…maar dit bij gebrek aan andere mogelijkheden. We doen een modderige omweg langs de flanken
van een berg en keren langs de rijstvelden terug. Vanuit
Muang Ngoi kunnen wij enkel per boot in in Muang Khua geraken. Aangezien een dagelijkse boottocht niet zeker is en de Laotianen niet de grootste initiatiefnemers zijn nemen we zelf het heft in handen. We hangen een brief bij het lokale boot-office met vraag naar mede-
passagiers. We hebben geluk! 13 mensen schreven zich uiteindelijk in, zodat de boot naar Muang Khua 's morgens stipt kan vertrekken.
Deze boottocht staat beschreven ‘à
la national geographic’. Niets hiervan
is overdreven, het is een prachtige vaart op de Nam Ou. Wij zitten met 4
comfortabel op de autostoelen die in de boot geïnstalleerd zijn. De andere
passagiers hebben minder geluk. Ze zitten
op de houten plank die dient als bankje. We zijn
voor 5 uren zoet in de boot . We varen stroomopwaarts en bewonderen de vaarkunst van
onze schipper die de rotsen kan ontwijken en de stroomversnellingen trotseren. In de ongerepte jungle wonen langs
de flanken mensen in hun rieten huisjes. In de Nam Ou en in de dorpen langs de oevers is er veel
bedrijvigheid van de mensen die vissen naar de algen. Niet gewoon om hier je
leven door te brengen…. In 2008 werd de grens met Vietnam opengesteld. Daardoor
hebben de lokalen vele voordelen. Er
werd een goede weg aangelegd voor import en export, wat een enorme vooruitgang voor het dorp is. Slechts weinig toeristen
gaan hier de grens over. Sinds enkele jaren is hier ook elektriciteit, maar die staat nog niet helemaal op punt. Wij
waren alvast getuige van een electricteitsloze dag. Muang Khua is een typisch
bergdorp. We vinden een onderkomen in
Chalernsuk guesthouse . Voor ons
de beste deal in de stad. Het wordt gerund door twee ladyboys! Het is erg rustig
in het stadje en wij genieten ervan om alles op ons te
laten afkomen. Wij regelen een laatste trekking in Laos via het
tourist-office.
proficiat Hé péti en Méti voor de 2° keer !!!
BeantwoordenVerwijderen